GESCHIEDENIS
14 JANUARI
10 MEI
SEPTEMBER
STICHTING VERENIGING
De oprichtingsakte van de Koninklijke Vereniging der Baden-Powell Zeescouts van Antwerpen werd gepubliceerd.
EERSTE INFRASTRUCTUUR
Hoewel miniem, had de Vereniging toch al wat infrastructuur: een houten staketsel, een schuilhuisje en een seinmast.
OORLOGSSCHADE
Een bom viel amper 30 meter van het terrein berokkende heel wat schade.
Bij de inval van Duitse troepen, werd er ingebroken en geplunderd.
BEVRIJDINGSFEEST
Heel Antwerpen vierde het eerste Bevrijdingsfeest, en de Vereniging deed mee! Hieruit groeiden later het Scheldefestival -het latere Palingfestival - en nu dus Schelde Bruist.
In 2023 zal de Koninklijke Vereniging der Baden-Powell Zeescouts van Antwerpen VZW haar 100ste verjaardag vieren!!!
Artikel 3 van de in het Staatsblad van 14 januari 1923 gepubliceerde stichtingsakte omschrijft het doel van de nu jarige Vereniging als volgt: ..."de godsdienstige, zedelijke en vakkundige opleiding der jeugd, bijzonder door en in de zeemanschap, scheepvaart en aanverwante vakken te bevorderen, o.a. door het verschaffen van lokalen, getuig, materiële hulp en inrichting.”
Mooie en gevleugelde woorden, maar al gauw zou de werking van de Vereniging zich vrij snel gaan beperken tot het verwerven, opbouwen en in stand houden van een eigen basis voor de Antwerpse zeescoutsgroepen. De opleiding en de scoutsactiviteiten zélf liggen al vele jaren volledig in handen van verschillende zeescoutsgroepen.
Kort na de oprichting sloot de Vereniging al een pachtovereenkomst af met de intercommunale Imalso voor huur van een terrein op Linkeroever, naast het technisch gebouw van de voetgangerstunnel (ongeveer op de plaats waar nu het “boeien- en ankerterrein” ligt). Er kwamen snel enkele gebouwtjes die dienst moesten doen als lokaal of magazijn. In 1927 kreeg de Vereniging van “Bruggen en Wegen” officieel toestemming voor oprichting van een houten staketsel met schuilhuisje en seinmast.
De Bevrijdingsfeesten
Georges de Hasque had ook een schip in zijn bezit: deze oude loodskotter, de “Zeescout”, heeft zijn vaste stek in het Kempisch dok. Het had in die tijd een vaste schipper aan boord, wiens wedde nog enkele jaren door de Vereniging betaald werd. De zeescouts gebruikten het schip voor bv. officiële ontvangsten, vergaderingen, cursussen e.d. In 1942 werd het oude en niet meer te herstellen schip voor de sloop verkocht.
Ook voor de Vereniging vormden de oorlogsjaren een bewogen periode. Op 10 mei 1940 viel een bom op 30 meter van het terrein en werden daken en ruiten van de gebouwen beschadigd. Tien dagen later, bij het binnenvallen van de Duitse troepen, werd ingebroken, geplunderd en werden gebouwen en boten met kogels doorzeefd.
De eerste maanden na de bevrijding mocht de basis op Linkeroever nog niet gebruikt worden omwille van door de Duitse troepen achtergelaten mijnen en ander oorlogstuig. Antwerpen werd bestookt met V-1’s en V-2’s en het was wachten tot april 1945 eer de toestand terug veilig was.
Vanaf 1946 werden in de maand september op vele plaatsen “bevrijdingsfeesten” georganiseerd. De Vereniging sprong mee op die kar en probeerde ook wat mensen en centen te lokken met het plaatsen van een toog, enkele tafeltjes en stoelen. Uiteraard zagen de zeescouts de zaken al gauw wat groter: in 1947 werden 50 tafels en 400 stoelen gehuurd. De opbrengst bedroeg dat jaar 21.122 frank, wat in die tijd een mooi bedrag was.
De grote verhuis
Die bevrijdingsfeesten zouden ook bij de zeescouts een jaarlijkse traditie worden. Ze groeiden uit tot de driedaagse “Scheldefestivals”, die in 1987 hervormd en herdoopt werden tot “Palingfestivals”, waaraan alle vriendenkringen en groepen meewerken. Zij vormen sindsdien de voornaamste bron van inkomsten voor de Vereniging.
Nog in datzelfde 1947 deelde Imalso, de eigenaar van de terreinen, mee dat in het kader van de herinrichting van het ganse Linkeroever-gebied, de Vereniging het terrein aan 'tVlaams Hoofd moest ontruimen.
Na een aantal minder gunstige voorstellen van Imalso te hebben afgewezen, verklaarde de Vereniging zich in 1948 akkoord om te verhuizen naar een nieuw,nog braakliggend terrein, op 300 meter meer naar het noorden t.o.v. de oude basis en 9000 m2 groot. De pachtovereenkomst geldt voor een periode van 50 jaar. Daarenboven mag ook gebruik gemaakt worden van een lagergelegen strook, 7.000 m2 groot, eigendom van Bruggen en Wegen en in reserve gehouden voor een eventuele verbreding van de Schelde. Eind 1948 werd de oude basis ontruimd, maar ondertussen was de Vereniging reeds in gang geschoten op het nieuwe terrein. Een grote botenloods verrees uit de (opgespoten) grond, en een talud werd aangelegd van het opgehoogde gedeelte tot aan de bestaande Scheldeoever.
De verschillende roei- en zeilboten, die tot dan nog grotendeels eigendom waren van de Vereniging, werden aan de groepen overgedragen. Ook de bouw van lokalen werd aan de diverse groepen zelf overgelaten, zodat de Vereniging zich in hoofdzaak nog enkel zou bezighouden met het beheer van de basis en met de dingen en gebouwen die gemeenschappelijk zijn, zoals aanplantingen, wegenaanleg, nutsvoorzieningen, botenloods, steiger...
In 1980 zegt Imalso de pachtovereenkomst op. Dat betekende niet dat de zeescouts plots zonder terrein zaten, want na wat onderhandelingen koopt de Vereniging in 1982 het ganse terrein aan.
Drie jaar later, in 1983 worden enkele laaggelegen lokalen op het benedenter- rein afgebroken. Dat terrein, inclusief gebouwen, heeft bij springtij wel eens met overstromingen te kampen. In de plaats van de oude gebouwen komen 3 nieuwe lokalen, op een verhoogd niveau. Dat het nieuwe gebouw wat groter is uitgevallen dan het oorspronkelijke is per ongeluk.
De voorlopig laatste nieuwbouw werd gerealiseerd door de 9de groep Sus Antigoon: de meisjes kregen volwaardige terreinen aan de Noordkant van het terrein, dat enkele jaren later uitgebreid werd met wat extra vierkante meter grond van het achterterrein.
De toekomst
De geschiedenis van de- Vereniging is er één van vele bouwprojecten, noodzakelijk om al de zeescouts, jong en oud, die op zondag (en ook andere dagen) op de basis op Linkeroever zijn, een behoorlijk onderkomen te geven. Ook het materiaal waar de verschillende groepen mee werken, kan ten allen tijde beschut staan tegen weer en ontij.
De directe toekomst van de Vereniging staat in het teken van een groot bouwproject: het ZAS (de Zeescoutsbasis aan de Stroom) zal in 2020 volledig afgewerkt zijn. Om het bouwproject te volgen, klik hier.
De kleine Georges werd geboren op 2 december 1876 te Antwerpen en groeide op in een kroostrijk gezin. De ouders waren bedrijvig in de suikerindustrie.
Wanneer Georges bijna 19 jaar oud is en zijn studies met succes voltooid heeft, begint hij zijn handelsloopbaan in de kandijsuikerraffinaderij van zijn ouders.
Hij zette zich vanaf toen ook in voor de volksjeugd. Als hij 23 jaar oud is, neemt hij contact in het buitenland om te weten hoe elders aan jeugdzorg en jeugdbeweging werd gedaan. Ook van de nieuwe Engelse jeugdbeweging “Scouting” van Baden-Powell was Meneer Georges op de hoogte.
In 1913 stichtte hij de eerste Vlaamse katholieke troep: de 1ste St. Jacob Antwerpen. Deze groep is ook nog steeds actief.
In juni 1916 stichtte Mr Georges dan een nieuwe troep met een gans nieuwe activiteit: de Zeescouts. Sea-Scouts in die tijd.